Scrigroup - Documente si articole

     

HomeDocumenteUploadResurseAlte limbi doc
BulgaraCeha slovacaCroataEnglezaEstonaFinlandezaFranceza
GermanaItalianaLetonaLituanianaMaghiaraOlandezaPoloneza
SarbaSlovenaSpaniolaSuedezaTurcaUcraineana

BildungBiologieBücherChemieComputerElektronischFilmGeographie
GeschichteGeschichtenGrammatikKunstLebensmittelLiteraturManagementMathematik
MedizinPhilosophiePhysikalischPolitikRezepteTechnikVerschiedeneWirtschaft
Ökologie

Bol- en knolgewassen

Biologie



+ Font mai mare | - Font mai mic



DOCUMENTE SIMILARE

Bol- en knolgewassen

Bol- en knolgewassen kennen we vooral uit het voorjaar. Het zijn verdikte plantendelen die zich onder de grond bevinden. Veel bol- en knolbloemen worden als snijbloem gebruikt. Sommige bollen en knollen worden tot de groenten gerekend. De meesten zijn bekend door het gebruik in de tuin. Vooral de voorjaarsbloeiers zijn erg populair voor het opvullen van de vroege voorjaarstuin. 

Bol of knol?
Het verschil tussen bollen en knollen is dat het reservevoedsel bij bollen opgeslagen wordt in de ondergrondse bladeren (de vlezige rokken of schubben) en bij knollen in de vlezige wortel (wortelknollen) of de stengel (stengelknollen).

Bekende voorbeelden van bollen zijn tulpen en uien.
Voorbeelden van wortelknollen zijn speenkruid en dahlia.
De krokus en de aardappel zijn voorbeelden van stengelknollen.

Als je een bol doorsnijdt zul je zien dat deze uit losse blaadjes bestaat. Dit zijn de verdikte bladscheden ofwel rokken. Als je een knol doorsnijdt is deze massief.

Bollen en knollen kunnen eenjarig of meerjarig zijn.



Een doorsnede van een tulpenbol Een doorsnede van een aardappelknol

Wanneer bloeit wat?

Niet alle bolgewassen bloeien in het vroege voorjaar. Het is belangrijk dat je de bloeitijd kent, zodat je weet wanneer je ze moet planten. 

Bloei- en planttijd van bol- en knolgewassen

Bollen planten

Bol- en knolgewassen kun je verdelen in voorjaarsbloeiers en zomerbloeiers.

Voorjaarsbloeiers bloeien in de periode van februari tot mei. Je moet ze voor de winter planten.

Zomerbloeiers bloeien in de zomer. Deze moet je na de vorst planten en voor de vorst weer rooien.

Voor de plantdiepte geldt in het algemeen dat de hoeveelheid grond boven de bol of knol gelijk is aan de hoogte van de bol of knol.

Wortelknollen als dahlia’s hebben geen knoppen. Ze kunnen alleen uitlopen als er een stukje stengel, met knoppen, aanzit. Het is daarom zinloos om wortelknollen zonder stengel te planten. Voor de diepte van deze knollen geldt dat ze zo ondiep komen dat de stengel na het planten net boven of net onder de grond zit.

Groei
We nemen de tulp als voorbeeld.

Voordat de plant boven de grond komt heeft zich al een heel proces afgespeeld. Uit het aanwezige reservevoedsel zijn onder de grond achtereenvolgens stengel, blad en bloem aangelegd. Dit proces is grotendeels gestuurd door de bodemtemperatuur. (Door dit na te bootsen kun je de bloeiperiode sturen. Dit nabootsen heet het prepareren) Deze gezamenlijk gevormde delen (de spruit) gaan zich langzaam strekken. Als de gunstige tijd voor de groei aanbreekt, is de plant klaar om in korte tijd bovengronds uit te lopen en tot bloei te komen. Dat gaat allemaal ten koste van het opgeslagen voedsel, zodat de vlezige rokken of de knol erg snel slinken.
In dezelfde tijd zijn nieuwe wortels gevormd die het voedsel opnemen uit de grond. Ook de groene bladeren beginnen hun werk te doen. Onder invloed van zonlicht worden van koolzuurgas uit de lucht en water uit de bodem brandstoffen gemaakt. Dit heet koolstofassimilatie ofwel fotosynthese. Het zo gevormde voedsel (suikers) wordt voor een deel gebruikt voor de groei van de klisters (knoppen). Deze knoppen groeien weer uit tot nieuwe bollen. De rokken van de oude bol verdrogen. De vlezige rokken van de nieuwe bol worden voorzien van reservevoedsel.

Bij de tulp zal het volgende jaar één of meerdere nieuwe bollen op de plaats van de oude groeien. Dit noemen we eenjarige bollen.
Zo kennen we ook eenjarige stengelknollen (sneeuwklokje, krokus), meerderjarige bollen (hyacint, lelie) en meerderjarige knollen (knolbegonia, cyclaam).
Jonge knollen worden kralen genoemd.
Wortelknollen zijn altijd meerderjarig (Dahlia)

Als je een aardappelknol vergelijkt met een dahliaknol zie je dat de aardappel een stengel is. Er zitten knoppen op: de pitten. Hieruit ontwikkelen zich zijstengels: de spruiten. Bij andere stengelknollen kun je ook de ringen van de stengelleden zien.
Op de wortelknollen van dahlia’s zitten geen knoppen. Ze kunnen alleen uitlopen als er een stukje stengel aanzit.

Blad niet weghalen
Het is belangrijk om bij de uitgebloeide bollen en knollen de bladeren niet af te knippen of te maaien, omdat het reservevoedsel dan niet voldoende opgeslagen kan worden. Je kunt het blad het beste helemaal laten afsterven

Overhouden

Voorjaarsbloeiende bol- en knolgewassen ontwikkelen zich tijdens de winter. Ze moeten dan in de grond zitten. Na het afsterven van het loof kunnen ze uit de grond gehaald worden. Ze moeten droog bewaard worden en mogen niet uitdrogen. Uitdrogen kun je voorkomen door ze in turfmolm of metselzand te bewaren. Ook moet je voorzichtig zijn voor vreterij door muizen. In de praktijk laat men ze vaak in de grond zitten.

Zomerbloeiende bollen en knollen moet je uit de grond halen en vorstvrij overwinteren. Ook voor deze planten geldt dat je ze moet beschermen tegen uitdrogen en vreterij.

Vermeerdering

We hebben gezien dat eenjarige bollen, als tulpenen narcissen, zichzelf vermeerderen door het vormen van klisters en dat eenjarige knollen, als krokussen en freesia’s zichzelf vermeerderen door kralen. Bij aardappels zwellen de ondergrondse stengels op tot nieuwe knollen.

Meerderjarige bollen doen dit niet automatisch via de bol. In de natuur zullen ze zich vermeerderen via zaad. Kwekers vermeerderen hyacinten bijvoorbeeld door het weghalen van de bolschijf. Dit heet hollen, uithollen of kruisen als de bolschijf alleen maar beschadigd wordt. De klisters komen dan bloot te liggen. Na het wegleggen van de bol gaan de klisters zich ontwikkelen tot jonge bolletjes. Bij lelies halen de kwekers de rokken, met daaraan een of meerdere klisters uit elkaar. Dit heet schubben. De schubben worden als het ware uitgezaaid. De klisters groeien dan uit tot bolletjes.

Meerderjarige stengelknollen als knolbegonia en cyclaam, zou je kunnen delen maar dat levert erg weinig nakomelingen op. Kwekers vermeerderen deze planten door zaaien.

Wortelknollen als Dahlia’s kun je scheuren als er maar een stukje stengel aan blijft zitten om op uit te lopen. Dahlia’s kun je ook stekken.

Opmerking

Planten als Lelietje der Dalen en Canna hebben wortelstokken. Dit zijn verdikte ondergrondse stengels. Ze zijn daarom vergelijkbaar met stengelknollen.

Sortiment

Allium giganteum Reuzenui

Allium moly Sierui

Allium oreophilum  Sierui

4. Anemone blanda             Anemoon

Anemone nemorosa Bosanemoontje

Begonia tuberhybrida Knolbegonia

Canna cultivars Bloemriet

Chionodoxa luciliae  Sneeuwroem

Colchicum autumnale  Herfststijloos

Crocus chrysanthus  Botanische krokus

Dahlia cultivars Dahlia

Eranthis hyemalis  Winterakoniet

Fritillaria imperialis Keizerskroon

Fritillaria meleagris Kievitseitje

Galanthus nivalis  Sneeuwklokje

Hyacinthus cultivars Hyacint

Lilium cultivars  Lelie

Muscari armeniacum Blauw Druifje

Narcissus cultivars Narcis 

Scilla sibirica ‘Spring Beauty’ Sterhyacint

Tulipa  cultivars Tulp

Bol- en knolgewassen  Vragen

Waarom maakt het voor voorjaarsbloeiende bollen niet uit in welke soort grond ze groeien?


Waarom moet je de bloeitijd van bolgewassen weten?


Waarom moet je bollen zo vroeg planten?


In de figuur staat een doorsnede van een bol. Benoem de genummerde delen in de tekening.

Wat zijn klisters en waar groeien deze bij de bol?


Noem twee bekende bloembollen.


7 Noem twee verschillen tussen bollen en knollen.


Wat zijn voorjaarsbloeiers?


Wat is het grote verschil tussen voorjaarsbloeiers en zomerbloeiers?


10 Wat is prepareren?


Als je de knol van een dahlia of krokus bekijkt zij je allemaal horizontale ringen. Wat zijn dit?

Meerderjarige bollen en knollen vermeerderen zich niet zelf door het vormen van klisters of kralen. Hoe komen kwekers aan:

a) jonge hyacinten

b) jonge lelies


c) jonge cyclamen


Prakticumopdracht:

Voer deze opdracht met een studiegenoot uit.

Via jullie begeleider krijgen jullie enkele bollen, knollen en wortelstokken.

Zoek via informatiebronnen de verschillen op tussen een bol, een stengelknolknol, een wortelknol en een wortelstok.

Omschrijf deze verschillen zodanig dat jullie goed aan anderen kunnen uitleggen wat de verschillen zijn.

Tip: Geef per orgaan aan uit welke hoofdorganen het bestaat.

In deze groepen komen voorjaarsbloeiers (vroeg en laat), zomerbloeiers en herfstbloeiers voor.

Vul het schema in.

voorjaarsbloeiers

zomerbloeiers

Herfstbloeiers

planttijdstip

plantinstructie

combinatie met ander planten (denk aan vaste planten maar ook aan andere bol- en knolgewassen

Geschikt voor verwilderen?

Ja/nee

vorstgevoelig of winterhard

2 of meer Voorbeelden

.

Tot Slot: Vragen van klanten

Klanten verwachten van een verkoper of verkoper dat ze om informatie kunnen vragen. Hieronder staan een aantal vragen over bollen en knollen zoals je die van klanten kunt verwachten. Noteer de antwoorden zoals je die aan een klant zou geven.

Wat is de plattijd van:

a) Tulpen?

b) Dahlia’s?

c) Nacissen?

d) Hyacinten?

e) Gladiolen?

Hoe diep moet je tulpen planten?


Hoe kan ik voorkomen dat mijn dahlia’s omvallen?


Kunnen mijn dahliaknollen tijdens de winter in de grond blijven zitten?


19 Kunnen mijn tulpenbollen tijdens de winter in de grond blijven zitten?


20 Kan ik dahlia’s stekken?

21 Hoe komt het dat er in mijn tuin steeds meer narcissen komen maar dat er geen hyacinten bijkomen?



Politica de confidentialitate | Termeni si conditii de utilizare



DISTRIBUIE DOCUMENTUL

Comentarii


Vizualizari: 11208
Importanta: rank

Comenteaza documentul:

Te rugam sa te autentifici sau sa iti faci cont pentru a putea comenta

Creaza cont nou

Termeni si conditii de utilizare | Contact
© SCRIGROUP 2024 . All rights reserved