CATEGORII DOCUMENTE |
Bulgara | Ceha slovaca | Croata | Engleza | Estona | Finlandeza | Franceza |
Germana | Italiana | Letona | Lituaniana | Maghiara | Olandeza | Poloneza |
Sarba | Slovena | Spaniola | Suedeza | Turca | Ucraineana |
Computers | Financieren | Geneeskunde | Muziek | Recepten | Sociologie | Sport | Verkoop |
DOCUMENTE SIMILARE |
|
INHOUDSOPGAVE KERNDEEL
Inleiding 3
De gang van zaken tijdens de meesterproef 4
De procedure in schema .4
De procedure in tekst 5
Werkopdrachten 6
Beoordelingsformulieren 6
Set beoordelingsformulieren ..6
Beoordelingsformulier competenties 7
Beoordelingsformulier totaalbeeld .9
Formulier eindbeoordeling . ..11
Beoordelingsinstructie 13
Rol van de assessor .13
Beoordelingsformulieren .13
Onderwerp van beoordeling .13
Komen tot een eerlijk een eensluidend oordeel 13
KERNDEEL MEESTERPROEF
Inleiding
Voor u ligt het kerndeel van de meesterproef van de bedrijfadministratief medewerker, uitstroomdifferentiatie van de administratief medewerker niveau 2.
De meesterproef is een manier van beoordelen die recht doet aan het uitoefenen van een beroep. De kandidaat voert daarvoor opdrachten uit in de beroepspraktijk.
Twee assessoren beoordelen of de kandidaat voldoende bekwaam is als beginnend beroepsbeoefenaar. E้n assessor treedt op namens het leerbedrijf en ้้n namens ROC Flevoland.
De meesterproef is een grote stap voor een kandidaat in het behalen van het diploma van de opleiding. Daarom moet de meesterproef voldoen aan allerlei wettelijke eisen op het gebied van kwaliteit, procedures en verantwoording. Tegelijk moet de meesterproef handzaam en overzichtelijk zijn voor alle betrokkenen.
Om aan beide eisen te kunnen voldoen, is het meesterproefdossier opgebouwd uit drie delen:
Het kerndeel
Het naslagwerk
De verantwoording.
Het kerndeel bevat alle informatie en formulieren voor kandidaat en assessoren om de meesterproef in de praktijk uit te voeren.
Het naslagwerk bevat de inhoudelijke toelichting en informatie op de opdrachten en beoordelingen van de meesterproef die de assessoren en de kandidaat als achtergrondinformatie kunnen gebruiken.
De verantwoording is geschreven met het oog op de wettelijke vereisten voor examinering in het mbo. Dit document is vooral belangrijk voor het examenbureau en de kwaliteitszorgco๖rdinator van ROC Flevoland.
Het Kerndeel bevat:
Inleiding
Beschrijving van de gang van zaken tijdens de meesterproef (procedure)
Werkopdrachten van de meesterproef
Beoordelingsformulieren
Beoordelingsinstructie.
De gang van zaken tijdens de meesterproef
2.1. De procedure in schema
Onderstaand schema geeft de procedure van de meesterproef weer. De blauwe vakken zijn processtappen. De witte vakken staan voor documenten die worden gebruikt/opgeleverd door de assessoren of de kandidaat. In de legenda is aangegeven waar in het meesterproefdossier de documenten of formulieren zijn te vinden.
Legenda: waar zijn welke documenten te vinden? |
|
Bpv-overeenkomst |
Wordt separaat door het ROC aangeleverd |
Meesterproefdossier |
Het kerndeel en naslagwerk |
Formulier startgesprek |
Naslagwerk, paragraaf 4.1. |
Formulier Procesevaluatieverslag |
Naslagwerk, paragraaf 4.2. |
Beoordelingsformulieren |
Kerndeel, hoofdstuk 4 |
Formulier functioneringsgesprek |
Naslagwerk, paragraaf 4.3. |
Formulier beoordelingsgesprek |
Naslagwerk, paragraaf 4.4. |
Formulier Eindbeoordeling |
Kerndeel, hoofdstuk 4 |
Evaluatieformulier |
Naslagwerk, paragraaf 4.6. |
2.2. De procedure in tekst
Match leerbedrijf-kandidaat
De kandidaat voert de meesterproef uit in een leerbedrijf, tijdens de bpv. De bpv-co๖rdinator van ROC Flevoland koppelt de kandidaat aan het leerbedrijf. De kandidaat moet goed passen in het bedrijf, maar er wordt ook gekeken of de werkplek geschikt is voor de meesterproef. De match wordt formeel beklonken in de bpv-overeenkomst.
Voorbereiding
De eerste weken wordt de kandidaat ingewerkt op de werkplek en bereidt hij zich met behulp van het meesterproefdossier voor op de meesterproef.
Startgesprek
Bij aanvang van de beoordelingsperiode is er een startgesprek tussen de kandidaat en de assessoren. In dit gesprek nemen de kandidaat en de assessoren de meesterproef door aan de hand van het kerndeel. De assessoren lichten mondeling toe wat er van de kandidaat wordt verwacht en waarop zij de kandidaat beoordelen.
Beoordelingsperiode 1
Tijdens beoordelingsperiode 1 voert de kandidaat de werkopdrachten uit. De assessor namens het leerbedrijf observeert deze werkzaamheden en het resultaat. Hij legt dit vast in de beoordelingsformulieren. De assessor hoeft niet continu in de nabijheid van de kandidaat te zijn, maar moet zich wel een voldoende goed beeld van hem kunnen vormen. De kandidaat doet kort verslag van zijn werk in een procesevaluatieverslag.
Functioneringsgesprek
Op basis van het beoordelingsformulier en het procesevaluatieverslag voeren de assessoren een functioneringsgesprek met de kandidaat. De assessoren geven de kandidaat feedback op zijn functioneren en het resultaat daarvan en geven eventuele aandachtspunten en verbeterpunten aan. Indien nodig, wordt afgesproken dat het ROC de kandidaat extra onderwijs en training biedt op specifiek genoemde verbeterpunten.
Beoordelingsperiode 2
Tijdens beoordelingsperiode 2 wordt de kandidaat daadwerkelijk (summatief) beoordeeld. De procedure is gelijk aan die van beoordelingsperiode 1, met het verschil dat het nu is om vast te stellen of de kandidaat wel of niet slaagt voor de meesterproef.
Beoordelingsgesprek
Het beoordelingsgesprek heeft tot doel om tot een definitieve beoordeling te komen. Aan de hand van het beoordelingsformulier en het procesevaluatieverslag stellen de assessoren verdiepende vragen en kunnen zij ingaan op de werkwijze of achtergrondkennis om zo een volledig beeld van de kandidaat te krijgen.
Definitieve beoordeling
Aan de hand van het beoordelingsgesprek, de beoordelingsformulieren en het procesevaluatieverslag, overleggen de assessoren met elkaar om tot een definitieve beoordeling te komen. De definitieve uitkomst wordt op de eindbeoordeling genoteerd en ondertekend door de assessoren. De kandidaat is geslaagd als hij volgens beide assessoren minimaal 75% van de beroepscompetenties voldoende bekwaam gescoord heeft en op alle elementen van het totaalbeeld ook een voldoende bekwaam scoort.
Bekendmaking definitieve beoordeling
De assessoren delen de kandidaat hun definitieve beoordeling mee. De kandidaat kan om inzage vragen in de beoordelingsformulieren.
Werkopdrachten
De meesterproef kent 6 werkopdrachten. De kandidaat voert de werkopdrachten volgens de geleerde stappen en protocollen uit. De kandidaat krijgt zo de gelegenheid de geleerde vaardigheden, kennis en werkhouding te tonen.
De 6 werkopdrachten zijn:
q Het uitvoeren van eenvoudige ondersteunende taken en het tot stand brengen van contacten.
q Het verzorgen van de post en het archief.
q Het verrichten van ondersteunende werkzaamheden bij de verwerking van administratieve gegevens.
q Het verrichten van activiteiten voor de debiteurenadministratie.
q Het verrichten van activiteiten voor de crediteurenadministratie.
q Het verrichten van activiteiten voor de boekhoudkundige verwerking van het betalingsverkeer.
De werkopdrachten worden toegelicht in het naslagwerk. Dit bevat een gedetailleerde beschrijving van het werkproces. Ook geeft het naslagwerk de criteria waaraan het werkproces moet voldoen om voldoende representatief te zijn om de kandidaat goed te kunnen beoordelen.
Beoordelingsformulieren
4.1. Set beoordelingsformulieren
De set beoordelingsformulieren bestaat uit twee verschillende formulieren: competenties en totaalbeeld. De assessor gebruikt voor de twee beoordelingsperioden dezelfde set formulieren. Als hij de set formulieren digitaal gebruikt dan kan de assessor de documenten onder verschillende namen opslaan:
<beoordelingsperiode1.doc> en <beoordelingsperiode2.doc>.
Als hij een papierenset gebruikt, dan kan hij twee prints maken of een leeg document kopi๋ren.
De assessor legt zijn beoordelingen vast op de beoordelingsformulieren. Eerst vult hij het formulier met de competenties in. Hij geeft met een kruisje in het betreffende vakje per competentie aan of hij de kandidaat voldoende bekwaam of onvoldoende bekwaam vindt. Daarna vult hij het formulier voor het totaalbeeld op dezelfde wijze in.
De assessor kan aan de hand van de waarderingshulpen een korte toelichting geven op zijn oordeel. De waarderingshulpen beschrijven met gedragsvoorbeelden wat er precies onder een competentie of een eis van het totaalbeeld wordt verstaan.
De kandidaat moet minimaal 75% van de competenties voldoende bekwaam scoren en op alle eisen van het totaalbeeld (100%) een voldoende bekwaam scoren om te slagen voor de meesterproef.
4.2. Beoordelingsformulier competenties
COMPETENTIES BEOORDELINGSFORMULIER (1/2) |
MEESTERPROEF BEDRIJF-ADMINISTRATIEF MEDEWERKER |
|||||
Welke beoordelingsperiode (aankruisen): |
Datum (periode): dd/mm/jj t/m dd/mm/jj Beoordelingsperiode 1 Beoordelingsperiode 2 |
|||||
Beoordelingsperiode 1 |
q |
|||||
Beoordelingsperiode 2 |
q |
|||||
Naam assessor: |
Naam leerbedrijf en werkplek: |
|||||
Naam kandidaat: |
Datum: |
|||||
Onderliggende competenties |
Voldoende Bekwaam |
Onvoldoende Bekwaam |
Onderbouwing |
|||
WERKOPDRACHT 1 |
Bezoekers te ontvangen | |||||
Bezoekers te registreren | ||||||
Een agenda te beheren | ||||||
Verzoeken te verwerken tot korte schriftelijke mededelingen | ||||||
Goederen in ontvangst te nemen | ||||||
Te communiceren tijdens werkzaamheden | ||||||
Om te gaan met problemen | ||||||
Samen te werken | ||||||
Veilig en milieubewust te werken | ||||||
Klantgericht te handelen | ||||||
Beroepscompetenties te ontwikkelen | ||||||
|
Zijn eigen werkzaamheden voor te bereiden | |||||
Zorg te dragen voor kwaliteit | ||||||
Te rapporteren over werkzaamheden | ||||||
WERKOPDRACHT 2 |
Inkomende of uitgaande post te verwerken | |||||
Een archief te gebruiken | ||||||
Te communiceren tijdens werkzaamheden | ||||||
Om te gaan met problemen | ||||||
Samen te werken | ||||||
Veilig en milieubewust te werken | ||||||
Klantgericht te handelen | ||||||
Beroepscompetenties te ontwikkelen | ||||||
Zijn eigen werkzaamheden voor te bereiden | ||||||
Zorg te dragen voor kwaliteit | ||||||
WERKOPDRACHT 3 |
Een urenregistratie te voeren | |||||
Een voorraad bij te houden | ||||||
Te communiceren tijdens werkzaamheden | ||||||
Om te gaan met problemen | ||||||
Samen te werken | ||||||
Veilig en milieubewust te werken | ||||||
Klantgericht te handelen | ||||||
Beroepscompetenties te ontwikkelen | ||||||
Zijn eigen werkzaamheden voor te bereiden | ||||||
Zorg te dragen voor kwaliteit | ||||||
Te rapporteren over werkzaamheden | ||||||
WERKOPDRACHT 4 |
Te communiceren tijdens werkzaamheden | |||||
Om te gaan met problemen | ||||||
Samen te werken | ||||||
Veilig en milieubewust te werken | ||||||
Klantgericht te handelen | ||||||
Beroepscompetenties te ontwikkelen | ||||||
Zijn eigen werkzaamheden voor te bereiden | ||||||
Zorg te dragen voor kwaliteit | ||||||
Te rapporteren over werkzaamheden | ||||||
Een bijdrage aan het debiteurenbeheer te leveren | ||||||
Boekhoudkundige verwerking van de debiteurenadministratie uit te voeren | ||||||
COMPETENTIES BEOORDELINGSFORMULIER (2/2) |
MEESTERPROEF BEDRIJF-ADMINISTRATIEF MEDEWERKER |
|||||
Welke beoordelingsperiode (aankruisen): |
Datum (periode): dd/mm/jj t/m dd/mm/jj Beoordelingsperiode 1 Beoordelingsperiode 2 |
|||||
Beoordelingsperiode 1 |
q |
|||||
Beoordelingsperiode 2 |
q |
|||||
Naam assessor: |
Naam leerbedrijf en werkplek: |
|||||
Naam kandidaat: |
Datum: |
|||||
Onderliggende competenties |
Voldoende Bekwaam |
Onvoldoende Bekwaam |
Onderbouwing |
|||
WERKOPDRACHT 5 |
Te communiceren tijdens werkzaamheden | |||||
Om te gaan met problemen | ||||||
Samen te werken | ||||||
Veilig en milieubewust te werken | ||||||
Klantgericht te handelen | ||||||
Beroepscompetenties te ontwikkelen | ||||||
Zijn eigen werkzaamheden voor te bereiden | ||||||
Zorg te dragen voor kwaliteit | ||||||
Te rapporteren over werkzaamheden | ||||||
Een bijdrage aan het crediteurenbeheer te leveren | ||||||
Boekhoudkundige verwerking van de crediteurenadministratie uit te voeren | ||||||
WERKOPDRACHT 6 |
Te communiceren tijdens werkzaamheden | |||||
Om te gaan met problemen | ||||||
Samen te werken | ||||||
Veilig en milieubewust te werken | ||||||
Klantgericht te handelen | ||||||
Beroepscompetenties te ontwikkelen | ||||||
Zijn eigen werkzaamheden voor te bereiden | ||||||
Zorg te dragen voor kwaliteit | ||||||
Te rapporteren over werkzaamheden | ||||||
Boekhoudkundige handelingen t.b.v. het girale betalingsverkeer te verrichten | ||||||
4.3. Beoordelingsformulier Totaalbeeld
TOTAALBEELD BEOORDELINGSFORMULIER (1/2) |
MEESTERPROEF BEDRIJFS-ADMINISTRATIEF MEDEWERKER |
|
|||||
Ingevuld voor (aankruisen): |
Datum (periode): dd/mm/jj t/m dd/mm/jj |
|
|||||
Beoordelingsperiode 1 |
q |
||||||
Beoordelingsperiode 2 |
q |
||||||
Naam assessor: |
Naam leerbedrijf en werkplek: |
|
|||||
Naam kandidaat: |
Datum: |
|
|||||
Totaalbeeld |
Voldoende Bekwaam |
Onvoldoende bekwaam |
Onderbouwing |
|
|||
Kwaliteit van het proces |
Simultaan werken De kandidaat maakt de juiste keuze in werkzaamheden of opdrachten, blijft geordend en geconcentreerd werken en behoudt het overzicht, zodat de opdrachtgever tevreden is. | ||||||
Communicatief en representatief handelen De kandidaat vertegenwoordigt zijn organisatie op een communicatieve en representatieve wijze. | |||||||
Informatie doorgeven De kandidaat informeert en communiceert intern tijdig en adequaat zodat voortgang niet belemmerd wordt. | |||||||
Bewaken van de integriteit De kandidaat maakt de juiste afweging tussen naleving van geschreven en ongeschreven regels en voordeel op de korte termijn. | |||||||
Vertrouwelijkheid bewaken De kandidaat gaat integer om met vertrouwelijke gegevens. |
|
||||||
Zelfkennis en zelfstandigheid De kandidaat maakt de juiste afweging of hijzelf een bepaalde beslissing kan nemen of dat deze door een ander in de organisatie moet worden genomen. | |||||||
Effici๋nt werken De kandidaat maakt de geschikte keuze in middelen gezien de te verwachten effectiviteit en kosten. | |||||||
TOTAALBEELD BEOORDELINGSFORMULIER (2/2) |
MEESTERPROEF BEDRIJFS-ADMINISTRATIEF MEDEWERKER |
|||||
Ingevuld voor (aankruisen): |
Datum (periode): dd/mm/jj t/m dd/mm/jj |
|||||
Beoordelingsperiode 1 |
q |
|||||
Beoordelingsperiode 2 |
q |
|||||
Naam assessor: |
Naam leerbedrijf en werkplek: |
|||||
Naam kandidaat: |
Datum: |
|||||
Totaalbeeld |
Voldoende Bekwaam |
Onvoldoende bekwaam |
Onderbouwing |
|||
Kwaliteit van het resultaat |
Totaalbeeld werkopdracht 1 Handhaving van het beeld van de organisatie als klantvriendelijk en effici๋nt. | |||||
Totaalbeeld werkopdracht 2. Adequate, zorgvuldige en tijdige verwerking van de inkomende en uitgaande post. Een beschikbaar, toegankelijk en naspeurbaar archief. | ||||||
Totaalbeeld werkopdracht 3. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct en opgesteld conform de voorschriften die het bedrijf hanteert | ||||||
Totaalbeeld werkopdracht 4. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct opgesteld conform de voorschriften van het bedrijf. | ||||||
Totaalbeeld werkopdracht 5. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct opgesteld conform de voorschriften van het bedrijf. | ||||||
Totaalbeeld werkopdracht 6. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct en accuraat verwerkt conform de voorschriften van het bedrijf. | ||||||
4.4. Formulier eindbeoordeling
Na het beoordelingsgesprek, overleggen de assessoren met elkaar om tot de eindbeoordeling van de kandidaat te komen. Zij doen dit op basis van beoordelingsperiode 2 en het beoordelingsgesprek. Hun gezamenlijke eindoordeel vullen zij in op het formulier eindbeoordeling, dat zij allebei ondertekenen.
FORMULIER EINDBEOORDELING (1/2) |
MEESTERPROEF BEDRIJF-ADMINISTRATIEF MEDEWERKER |
|
|||
Naam en paraaf assessor leerbedrijf: |
Naam en paraaf assessor ROC Flevoland: |
|
|||
Naam Kandidaat: |
Naam leerbedrijf en werkplek: |
|
|||
EINDOORDEEL VAN BEIDE ASSESSOREN |
Voldoende Bekwaam |
Onvoldoende bekwaam |
Toelichting |
|
|
Kwaliteit van het proces |
Simultaan werken De kandidaat maakt de juiste keuze in werkzaamheden of opdrachten, blijft geordend en geconcentreerd werken en behoudt het overzicht, zodat de opdrachtgever tevreden is. | ||||
Communicatief en representatief handelen De kandidaat vertegenwoordigt zijn organisatie op een communicatieve en representatieve wijze. | |||||
Informatie doorgeven De kandidaat informeert en communiceert intern tijdig en adequaat zodat voortgang niet belemmerd wordt. | |||||
Bewaken van de integriteit De kandidaat maakt de juiste afweging tussen naleving van geschreven en ongeschreven regels en voordeel op de korte termijn. | |||||
Vertrouwelijkheid bewaken De kandidaat gaat integer om met vertrouwelijke gegevens. | |||||
Zelfkennis en zelfstandigheid De kandidaat maakt de juiste afweging of hijzelf een bepaalde beslissing kan nemen of dat deze door een ander in de organisatie moet worden genomen. | |||||
Effici๋nt werken De kandidaat maakt de geschikte keuze in middelen gezien de te verwachten effectiviteit en kosten. | |||||
FORMULIER EINDBEOORDELING (2/2) |
MEESTERPROEF BEDRIJF-ADMINISTRATIEF MEDEWERKER |
|||
Naam en paraaf assessor leerbedrijf: |
Naam en paraaf assessor ROC Flevoland: |
|||
Naam Kandidaat: |
Naam leerbedrijf en werkplek: |
|||
EINDOORDEEL VAN BEIDE ASSESSOREN |
Voldoende Bekwaam |
Onvoldoende bekwaam |
Onderbouwing |
|
Kwaliteit van het resultaat |
Totaalbeeld werkopdracht 1 Handhaving van het beeld van de organisatie als klantvriendelijk en effici๋nt. | |||
Totaalbeeld werkopdracht 2. Adequate, zorgvuldige en tijdige verwerking van de inkomende en uitgaande post. Een beschikbaar, toegankelijk en naspeurbaar archief. | ||||
Totaalbeeld werkopdracht 3. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct en opgesteld conform de voorschriften die het bedrijf hanteert | ||||
Totaalbeeld werkopdracht 4. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct opgesteld conform de voorschriften van het bedrijf. | ||||
Totaalbeeld werkopdracht 5. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct opgesteld conform de voorschriften van het bedrijf. | ||||
Totaalbeeld werkopdracht 6. De producten zijn rekenkundig en inhoudelijk correct en accuraat verwerkt conform de voorschriften van het bedrijf. |
Beoordelingsinstructie
Dit is een instructie voor beoordelingsperiode 1 en 2. De beoordelingsperioden verschillen niet in procedure, maar alleen in consequenties voor de kandidaat.
Rol van de assessor
Een assessor moet aan een aantal functie-eisen voldoen. Deze zijn opgenomen in het verantwoordingsdeel van deze proeve. De kandidaat wordt beoordeeld door twee assessoren. E้n namens het leerbedrijf en ้้n namens het ROC Flevoland. Dit is gedaan om de mogelijke schijn van subjectiviteit te vermijden. De assessor namens het leerbedrijf neemt de beoordeling op de werkplek voor zijn rekening. De assessor namens het ROC treedt op als tweede assessor en doet dit vaak meer op afstand, waarbij hij zijn oordeel baseert op het procesevaluatieverslag en de gespreken met de kandidaat.
Beoordelingsformulieren
De set beoordelingsformulieren bestaat uit twee verschillende formulieren: competenties en totaalbeeld. Hoofdstuk 4 van het kerndeel bevat de beoordelingsformulieren. De assessor gebruikt voor de twee beoordelingsperioden dezelfde set formulieren. Als hij de set formulieren digitaal gebruikt, dan kan hij de documenten onder verschillende namen opslaan: <beoordelingsperiode1.doc> en <beoordelingsperiode2.doc>. Als hij een papierenset gebruikt, dan kan hij twee prints maken of een leeg document kopi๋ren.
Onderwerp van beoordeling
De kandidaat wordt beoordeeld op:
q Proces: De wijze waarop de kandidaat de werkopdracht uitvoert.
q Resultaat: Het resultaat dat hij daarmee bereikt.
Tijdens de beoordelingsperioden observeert de assessor van het leerbedrijf de werkwijze van de kandidaat en het resultaat daarvan. De assessor legt zijn beoordelingen vast op de beoordelingsformulieren. Eerst vult hij het formulier met de competenties in. Hij geeft met een kruisje in het betreffende vakje per competentie aan of hij de kandidaat voldoende bekwaam of onvoldoende bekwaam vindt. Daarna vult hij het formulier voor het totaalbeeld op dezelfde wijze in.
De assessor kan aan de hand van de waarderingshulpen een korte toelichting geven op zijn oordeel. De waarderingshulpen beschrijven aan de hand van gedragsvoorbeelden wat er precies onder een competentie of een eis van het totaalbeeld wordt verstaan.
Komen tot een eerlijk en eensluidend oordeel
De kandidaat moet minimaal 75% van de competenties en 100% van de eisen van het totaalbeeld voldoende bekwaam scoren om te slagen voor de meesterproef.
Assessoren beoordelen de kandidaat als beginnend beroepsbeoefenaar. Een beginnend beroepsbeoefenaar hoeft geen perfecte meesterproef te tonen. Assessoren moeten in staat zijn onvolkomenheden te wegen op hun totale indruk van de kandidaat als beginnend beroepsbeoefenaar. Assessoren moeten ook rekening houden met de context en de omstandigheden. Een onvoldoende op een of meer competentie, in relatie tot een sterk totaalbeeld moet leiden tot het eindoordeel voldoende vakbekwaam met eventueel te noemen aandachtspunten. Een onvoldoende op een of meer competenties in relatie tot een minder sterk of zwak totaalbeeld, kan betekenen dat het uiteindelijke oordeel onvoldoende vakbekwaam is.
Als de assessoren een afwijkend oordeel hebben, dan proberen zij eerst tijdens hun conclaaf na het beoordelingsgesprek tot een eensluidend oordeel te komen. Als dat niet lukt, wordt hun afwijkend oordeel teruggelegd bij de examencommissie.
Politica de confidentialitate | Termeni si conditii de utilizare |
Vizualizari: 3277
Importanta:
Termeni si conditii de utilizare | Contact
© SCRIGROUP 2024 . All rights reserved